Waar hebben we het ook alweer over gehad en wat gaan we er nu eigenlijk mee doen?

In de vorige twee lessen hebben we gekeken wat een dilemma en een stelling zijn. Verder heb je gekeken hoe je je gedachten of je mening het beste onder woorden kan brengen. In de tweede les heb je daarbij ook het AUB-model bij gebruikt. Bij dit model kom je eerst met een argument dat je vervolgens uitlegt en bij de uitleg gebruik je weer een voorbeeld. Op deze manier kan je je mening onderbouwen. Dit gaan we deze les ook doen maar dan In de vorm van een Lagerhuisdebat, dit gaan we doen met de andere groep 7. Dit doe je weer in een tweetal. Lees eerst de hele opbracht goed door, en maak deze vervolgens. Op deze manier bereid je je goed voor op het debat.

1. Wat is een Lagerhuisdebat?

  • Jullie gaan eerst zoeken wat een Lagerhuisdebat is. Bovenaan de pagina zie je de knop zoeken op internet, daar klik je op. Je gaat vervolgens zoeken op het woord Lagerhuisdebat.
  • Daarna maak je een woordweb met In het midden Lagerhuisdebat, dit doe je op het werkblad. Let goed op wat een Lagerhuisdebat zo bijzonder maakt, je schrijft maximaal 5 woorden op in het woord web.

Je weet nu wat een Lagerhuisdebat is. Dit gaan we doen met andere groep 7.

Dit gaat als volgt:

  • Jullie krijgen een stelling, de ene groep 7 verdedigt deze, de andere groep 7 is het er niet mee eens.

  • Bijvoorbeeld: groep 7A verdedigt de stelling “Alle scholen moeten verplicht leerlingen gratis fruit geven tijdens de pauze”.

  • Groep 7A verdedigt deze stelling en gebruikt hierbij het AUB-model, groep 7B is het niet eens met deze stelling en gebruikt hierbij ook het AUB-model.

  • Vervolgens krijgt groep 7B een stelling waar het mee eens is en die moet verdedigen en groep 7A het niet mee eens is en hun mening moet verdedigen via het AUB-model. Klik hier voor een opfriscursus AUB-model.

  • Je moet dus voor twee stellingen argumenten opstellen een uitleg en een voorbeeld geven voor en tegen. Het gaat hierbij niet om jouw echte mening maar het gaat hier vooral om het oefenen met het onderbouwen van een argument en het oefenen van een debat. Over de regels van het debat later meer.

  • Je gaat in tweetallen weer de argumenten uitwerken op het werkblad. Hiervoor krijg je maximaal 15 minuten de tijd. Je mag je bij het internet gebruiken om extra informatie op te zoeken over het onderwerp, op deze manier vergroot je ook je kennis over het onderwerp en kan je sterker argument maken.

2. De stellingen.

Groep 7A verdedigt de stelling: Alle kinderen moeten verplicht naar een zomerschool. Groep 7A voert hierbij argumenten met uitleg en voorbeelden.

Groep 7B is het niet met deze stelling eens en legt uit waarom aan de hand van argumenten, uitleg en een voorbeeld.

Je werkt dit uit op je werkblad, deze neem je mee naar het debat zodat je goed voorbereidt bent. In de klas word bepaald wie als eerste het debat begint als de tos is gewonnen (zie hieronder voor de uitleg).

3. Het debat.

Hiervoor gaan we naar het speellokaal.

  • We gaan In het lokaal in debat-opstelling zitten, de twee groepen tegenover elkaar.

  • We tossen wie er het eerst mag beginnen met de stelling. Het debat begint met de stelling die verdedigd wordt.

  • In de klas is al bepaald wie, van de groep, als eerst gaat beginnen, je hebt een minuut de tijd.

  • Vervolgens is er iemand van de andere klas aan de beurt om te vertellen waarom hij of zij het er niet mee eens is.

  • Iedereen heeft maximaal een minuut de tijd om te praten.

  • Als je een beurt wil, ga je staan. De debatleider geeft een seintje wanneer je kan praten.
  • Neemt niemand een beurt? Dan wijst de debetleider iemand aan.
  • Het debat duurt 10 minuten, dan gaan we verder met de andere stelling.
  • Je laat elkaar uitpraten.

  • Je moet het AUB-model gebruiken, elke keer als dit wordt gebuikt wordt er op de bel gedrukt.

  • Er is een debatleider, deze geef de beurten en houd de tijd In de gaten.

  • De debatleider let er ook op of iedereen op een goede manier zijn argumenten uiteenzet.

  • Succes!

Maak jouw eigen website met JouwWeb