Je hebt net gezien wat een stelling is. Dit wordt vaak gebruikt in een debat. Het is een onderwerp waar jij iets van vindt, maar je moet het wel goed onderbouwen. Daar gaan we in deze les mee aan de slag.  Deze les is ook een voorbereiding voor de volgende opdracht, dan gaan we een Lagerhuisdebat doen met de andere groep 7, maar daar over volgende keer meer.

Vorige les heb je al kunnen zien dat je soms goed moet nadenken over keuzes die je maakt, je zal zien dat het bij een stelling niet heel veel anders is.

Lesdoelen.

• Aan het eind van deze les weet je hoe jij je mening kan onderbouwen.

• Aan het eind van deze les weet jij wat een stelling is.

• Aan het eind van deze les weet jij wat een debat is.

• Aan het eind van deze les weet jij hoe jij het AUB-model kan gebruiken.

Wat ga je deze les doen?

Net als in opdracht 1 ga je weer in tweetallen aan de slag,  maar dit keer kies je iemand anders uit.

• Je heb twintig minuten voor deze opdracht.
• Je vult eerst  het woordweb in. Je kan de knop zoeken op internet, bovenaan de pagina, gebruiken voor meer informatie. Let op het woord kan meerdere betekenissen hebben!

• Ben je klaar met je woordweb? Je gaat uitzoeken wat het AUB-model is. Klik hier om het filmpje te zien met de uitleg van het AUB model. Hier is nog een voorbeeld.

• Na de filmpjes kies je samen met je maatje een stelling. Deze staan onderaan deze pagina.

• Je beslist samen of je voor of tegen de stelling bent.

• Je gaat nu op je werkblad het AUB-model uitwerken. Je legt uit of je voor of tegen de stelling bent. Hierbij kan je natuurlijk het filmpje nog een keer af laten spelen.

• Voor informatie over de stelling kan je natuurlijk altijd nog de knop zoeken bovenaan deze pagina gebruiken. Je gaat dan naar Google en typ hier dan je zoekterm in.

• Als jullie klaar zijn met het uitwerken van jullie argument, ga je even oefenen met presenteren. Elk groepje vertel kort zijn stelling en waarom hij voor of tegen is.

• Ieder groepje presenteert zijn stelling met argument.

• Na afloop van de leven lever je je werkblad in bij de meester.

De stellingen.

1. Iedere school moet een politieagent krijgen.

2. Alle lantaarnpalen moeten 's nachts uit.

3. Een fietshelm moet verplicht worden onder de 18 jaar.

4. Het is beter voor het voetbal als het team gemengd is.

5. Leerlingen moeten stemmen over welk boek ze met de klas gaan lezen.